Diagnostiek bij vermoedens van begaafde capaciteiten

Annika

De eerste vraag die ik als orthopedagoog aan ouders stel wanneer ze vragen of ik onderzoek doe naar hoogbegaafdheid, is:

WAAROM ZOU JE ONDERZOEK WILLEN LATEN DOEN?

Omdat het onderzoek een belasting voor het kind is, vind ik het belangrijk dat er een duidelijke reden aan ten grondslag mag liggen van de vraag. Op deze manier weet je dan als ouder wat je kunt verwachten, ook van een eventuele uitslag en wat de mogelijkheden zijn op het moment dat je de resultaten van een onderzoek teruggekoppeld krijgt.

Wat wil je weten?

Waar ben je als ouder benieuwd naar?

Tijdens het uitgebreide onderzoek wordt gekeken naar diverse ontwikkelingsgebieden:

  • Functieontwikkeling: intelligentie, concentratie, creativiteit, leerstijlen, executieve functies
  • Sociale ontwikkeling
  • Persoonlijkheidsontwikkeling

Voor alle 3 de deelaspecten zijn diverse onderzoeksinstrumenten beschikbaar, die allen variëren in tijdsduur, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.

Zo’n uitgebreid onderzoek beslaat minimaal 3 dagdelen, afhankelijk van de vraag.
(oa. anamnese, observatie, testdiagnostiek, gestructureerde interviews met ouders/school etc).
De duur is ook afhankelijk van de diagnosticus die bepaalde hypotheses wilt toetsen middels beschikbare (en vaak ook voorkeurs) onderzoeks-intrumenten.

Daarnaast zijn er de genormeerde testen. Het begrip ‘genormeerd’ zegt het al: bij oa intelligentie-testen gaat de norm uit van het gemiddelde.

En juist de kinderen met bijzondere capaciteiten zijn NIET GEMIDDELD, waardoor de 95% betrouwbaarheidsinterval bij een hogere score (of een zeer lage score) ‘vreemd’ begint te doen. Juist omdat er minder kinderen binnen de normgroep deze hoge scores behalen.

Zo kan het dus zijn dat je op een herhalings IQ-onderzoek na 2 jaar met hetzelfde onderzoeksinstrument (los van de her-testeffecten) de leerling ineens beduidend lager kan scoren in vergelijking met de resultaten van eerder onderzoek met hetzelfde onderzoeksmiddel.

Daarom: een test is maar een test, een moment-opname, in een 1-op-1 (klinische)setting, die gestandaardiseerd volgens protocol wordt afgenomen; geen ruimte biedt voor doorvragen, binnen de tijd moet worden afgenomen; het eerste antwoord telt; geen rekening houdt met ‘moeilijk denkende mensen’.

Een IQ-test is daarom van weinig waarde als deze niet wordt gecombineerd met andere onderzoeksinstrumenten.

Een IQ-meting om in de plusklas te mogen: BIZAR!

Het blijft bijzonder dat je als leerling een IQ onderzoek hebt moeten ondergaan om in een PLUSKLAS te mogen van school.

Wie heeft deze regels bedacht?

Soms is het de school zelf die deze regel bedacht heeft. De reden: een richtlijn zodat ze kunnen filteren wie wel en wie niet mag, wie het echt nodig heeft.

Dit is bijzonder, temeer omdat het spectrum van bijzonderheden bij getalenteerde, begaafde kinderen op welk vlak dan ook soms helemaal niet tot uitdrukking komt in het IQ.

Daarom beschreef ik eerder hoe belangrijk het is om multidimensionaal en dynamische te kijken en dus ook op deze manier onderzoek te (laten) doen.

Want enkel een IQ-onderzoek geeft te weinig informatie, helemaal wanneer deze test niet in combinatie met andere onderzoeksinstrumenten en andere informatie-bronnen gebruikt wordt. (Zie ook mijn blog over diagnostiek bij hoogbegaafde kinderen).

De diversiteit met betrekking tot talenten en capaciteiten onder leerlingen is groot. Er bestaat NIET zoiets als een DIAGNOSE HOOGBEGAAFDHEID.

Hoogbegaafdheid is een TERM, die het de maatschappij makkelijk maakt om bijv. leerlingen te kunnen helpen wanneer ze vastlopen en het leven niet zo verloopt zoals ze graag wensen. Nederland is gewend om iedereen in hokjes te plaatsen, te oordelen over het gedrag.

Soms kan een oordeel ‘handig’ zijn, of kom je er gewoonweg niet onderuit omdat er anders geen geld vrij komt voor extra ondersteuning vanuit het passend onderwijs of de jeugdwet.

Vraagt de school toch om een IQ-test? Of heb je een andere vraag naar aanleiding van deze blog?

Neem dan gerust contact met me op. Ik leg de betrokken docenten graag uit dat een onderzoek niet noodzakelijk is om leerlingen te laten profiteren van extra uitdaging.

Hoogbegaafd?!

Wanneer ben je nou precies hoogbegaafd? Hoe weet je of je hoogbegaafd bent?

De wetenschap is er zelf ook nog niet over uit. Er bestaat geen eenduidig concept of een definitie van ‘de hoogbegaafde leerling’.

Er zijn verschillende theorieën en modellen en allen leggen ze op een ander aspect de nadruk.

Het meest gangbare op dit moment in Nederland is dat je als professional een multidimensionale, dynamische visie hanteert. De prestaties van een leerling zijn namelijk afhankelijk van aangeboren capaciteiten, persoons- en omgevingsfactoren.


Het model van Gagné (2010)

Mensen hebben aangeboren capaciteiten, iedereen kan zich ontwikkelen tot een talentvol en competente volwassene.
..Zou je denken, maar een en ander is afhankelijk van persoonsfactoren, als ook van omgevingsfactoren. En dat alles bij elkaar is een complex samenspel. Wat voor de ene persoon een prettige omgeving is om optimaal in te functioneren, hoeft voor de andere persoon niet zo te zijn. Juist omdat deze andere persoon andere (karakter) eigenschappen bezit.

Belangrijk is om na te gaan wat er aan de hand is, wat de leerling belemmert in zijn of haar ontwikkeling. Een hulpmiddel om in kaart te brengen welke gebieden stevig en minder stevig zijn ontwikkeld, hoe het samenspel kan plaatsvinden om zo het ‘waarom’- achter het gedrag van een leerling te leren zien vind hieronder (Gagné, 2010)

Neem voor meer informatie gerust contact op!

Gerelateerde blogs